De koningsklasse van de autosport is natuurlijk Formule 1 en sinds haar oprichting in 1946 is er een hoop veranderd. De eerste Grand Prix wordt georganiseerd in 1950 op het favoriete circuit van Lewis Hamilton; Silverstone. 73 jaar later is de Formule 1 uitgegroeid tot een van de grootste sport-evenementen ter wereld.
In de tijd dat mannen nog sigaretten paffen zonder filter, de liefde bedrijven zonder condoom en rijden zonder stuurbekrachtiging wordt de Formule 1 een echte sport. De sport is eigenlijk heel simpel, maar er is sinds het ontstaan een hoop veranderd. Anno 2023 strijden 20 mannen in een state of the art racewagen op 22 circuits wereldwijd. Zij maken samen uit wie de grootste ballen heeft en de beste coureur ter wereld is. De 20 mannen komen uit voor 10 verschillende teams. Deze teams hebben ieder twee oogappels en een reserverijder. Samen met een shitload aan personeel wordt de hele aardkloot afgereisd.
Beginjaren Formule 1
Na de Tweede Wereldoorlog werd de FIA opgericht. Het raceorgaan vind dat er geen vrije Formule races gehouden mogen worden. Deze laatste zijn races zonder regels. Dit lijkt natuurlijk eerder op autocross dan de koningsklasse. De Franse organisatie bedenkt hier een oplossing op wat we nu allemaal kennen als de Formule 1. In deze nieuwe klasse gelden er nieuwe regels waaraan elk team zich moet houden. De strenge ogen van de FIA kijken hierop toe en in de jaren 50 worden de eerste Formule 1 races georganiseerd. In de beginjaren van de koningsklasse zijn het vooral de fabrieksteams van Ferrari, Mercedes-Benz, Maserati en Alfa Romeo die de dienst uitmaken. Auto’s waren simpel en veiligheid was in die tijd wel het laatste waar aan gedacht werd. De passie voor racen en de adrenaline die hierbij komt kijken is het enige dat telt.
Tesla deed in deze tijd nog niet mee, dus de auto’s rijden zichzelf niet. De bekendste naam uit de jaren 50 is Argentijn Juan Manuel Fangio. Hij wist in 1951, 1954, 1955, 1956 en 1957 de wereldtitel op zijn naam te schrijven. Dit record blijft ruim 45 jaar staan, totdat der meister Schumacher deze inpikt.
roaring sixties
In de jaren 60 groeit de Formule 1 en wordt de sport groter. Er komen ook voor het eerst sponsoren in de sport. Raceteam Cooper plaatst in begin 1960 de motor naar het midden van de auto en in 1961 heeft elk team dit overgenomen. Een ander groot verschil vergeleken met de jaren 50 zijn de winnende auto’s. Colin Chapman’s Lotus is zo dominant is dat er tussen 1962 en 1973 geen enkel ander team meer wereldkampioen wordt. Laten we hopen dat Adrian Newey de komende jaren voor Max Verstappen ook zulke goede auto’s in elkaar blijft flansen. Naast betere motoren en het verplaatsen van deze naar het midden van de racewagens is er nog iets wat opvalt. Eind jaren 60 investeert elk team in vleugels en spoilers. Dit zorgt ervoor dat de coureurs harder door de bochten kunnen scheuren.
Foto’s: Ricard & Bonette
Evolutionaire racewagens
In 1977 introduceerde Lotus the wing car. Zoals de naam al doet vermoeden wordt de auto voorzien van een astronomisch grote vleugel die extra downforce genereert. Hiermee kan de auto sneller door de bochten en worden er snellere rondetijden verreden. Het Franse Renault brengt de turbomotor in de Formule 1. Na de kinderziektes eruit te hebben gesloopt blijkt de motor letterlijk een recept voor ellende. De auto’s worden zo snel dat de regels aangepast worden. In het decennium hierna wordt de sport gekenmerkt door grote helden, gillende wagens en onveilige situaties. De puristische kijker noemt deze komende periode de mooiste die de Formule 1 gekend heeft.
Prost en Senna
Vanaf de jaren 80 en 90 wordt de Formule 1 wereldwijd steeds bekender en dat komt niet in de laatste plaats door coureurs als Ayrton Senna en Alain Prost. De rivaliteit tussen Senna en Prost bereikt een hoogtepunt in 1989 en eindigt in 1993 toen Prost afzwaaide. Echter zijn het in de jaren 80 en 90 niet alleen de coureurs die de Formule 1 groter maken. Er worden grotere sponsordeals gesloten, de sport wordt wereldwijd uitgezonden op tv en er worden grote financiële deals gesloten met circuits.
Dit bericht op Instagram bekijken
Fabrieksteams Williams ontdekt nieuwe elektronische technieken. Hierdoor worden de auto’s nog sneller en veiliger. Naast de grote technologische doorbraken van Williams wordt er ook door de kleine teams flink geïnvesteerd in aerodynamica en nieuwe motoren. In het begin van de jaren 80 worden er turbomotoren geplaatst in de ultralichte F1 frames. Vanaf 1989 worden deze vervangen door atmosferische acht- en twaalfcilinders. De techniek gaat echter zo snel dat de jaren 80 ook gemarkeerd worden als een periode op steroïden. De techniek gaat sneller dan regels, en de coureurs, kunnen bijbenen. Tussen 1980 en 2000 overlijden er 6 mannen in het harnas.
Een nieuw leven in de Formule 1
Van 1984 tot 2008 domineren de grote vier; Williams, McLaren, Renault en Ferrari. De technologische vooruitgang maakt de sport duurder, waardoor kleinere teams het moeilijk krijgen om te concurreren. Volgens Eddie Jordan, voormalig teambaas van Jordan, zijn de dagen van competitieve privéteams voorbij. Vanaf 2000 keren autofabrikanten als Ford en Toyota terug als raceteams. Ondanks enorme budgetten zijn de meeste niet succesvol. Renault is een uitzondering met twee constructeurstitels. Toyota, met het grootste budget, wint nooit een race en eindigt slechts als vierde in het constructeurskampioenschap van 2005. Ferrari behaalt tussen 1999 en 2004 vijf constructeurs en zes coureurstitels op rij. Deze dominantie wordt doorbroken door el magico Fernando Alonso in 2005. Hij prolongeert zijn titel in 2006 en verandert de competitie compleet.
Om de sport spannender en kostenefficiënter te maken, worden de regels vaak aangepast. Team orders, waarbij een coureur een ander helpt, zijn in 2002 verboden. Ook is de kwalificatie, het puntensysteem en de levensduur van banden en motoren veranderd. Een concurrentiestrijd tussen bandenleveranciers Bridgestone en Michelin zorgen voor snellere rondetijden maar ook tot veiligheidsproblemen. In 2006 kondigde Max Mosley een groene toekomst voor de Formule 1 aan, gericht op energiebesparing.
Rookies domineren
Het tijdperk van Schumacher wordt in 2006 afgesloten. De zevenvoudig wereldkampioen stopt. De vlaggen in Italië hangen halfstok, omdat Ferrari hun messias kwijt is. In de plaats voor il capo di tutti capi Michael komt er een koelbloedige Fin binnengestapt. Kimi Raikonen wordt in zijn eerste jaar bij de Italiaanse renstal kampioen en de grid moet plaatsmaken voor een nieuwe lichting. De helden van de jaren 90 en begin 2000 zijn vertrokken en de Formule 1 kent nieuwe helden zoals Lewis Hamilton, Sebastian Vettel en Heikki Kovalainen. Deze class of 2007 hebben samen de meeste wereldtitels binnengehaald
Na het wereldkampioenschap dramatisch weg geven in 2007, wordt Lewis Hamilton, na een even dramatische eindrace, voor de eerste keer Wereldkampioen F1. Engelsman Lewis moet hierna 6 jaar wachten voor zijn tweede titel. In deze gevechtspauze domineert Sebastian Vettel bij Red Bull Racing. In 2014 is deze dominatie voorbij. Sir Lewis domineert vanaf 2014, 7 jaar lang de grid. In deze periode schrijft hij zes titels op zijn naam.
Dit bericht op Instagram bekijken
Formule 1 vergroend
Vanaf 2006 wordt de Formule 1 veiliger, groener en volgens critici ook saaier. Naast de coureurs en teams hebben technologische innovaties zoals DRS, hybride systemen en aerodynamische veranderingen de sport gevormd. Elk jaar zien we nieuwe regelwijzigingen die bedoeld zijn om de competitie te verbeteren en de sport veiliger te maken. Sinds 2014 is atmosferische achtcilinder vervangen door een hybride-motor. De Formule 1 is de afgelopen jaren duurzaam en groen geworden en sinds 2022 is het hele Formule 1 concept veranderd. In de onderstaande video check je de huidige stand van zaken.
Als je dit een vet artikel vond, volg ons dan ook even op social media en schrijf je in voor de nieuwsbrief!
